Geschiedenis
Er zijn bronnen die claimen dat de oorsprong van de Barbet in Noord Afrika ligt. Zijn verre voorouders zouden Afrikaanse herdershonden geweest zijn, die door Arabieren in Frankrijk geintroduceerd werden. In die tijd (we hebben het dan over de tijd van de Merovingers / Karel de Grote) was er veel bos en werd er veel gejaagd. Toen voorkomende hondenrassen waren over het algemeen jachthonden, mastiffs en windhonden, en het houden van sommige van deze hondenrassen was soms zelfs voorbehouden aan de hogere klassen van de samenleving. De voorouders van de Barbet bleken makkelijker te houden, minder wild en onstuimig te zijn dan dergelijke rassen, en vielen vooral in de smaak bij boeren.
Zijn eigenschappen maakte de (voorouder van de) Barbet zeer geschikt als ‘retriever’ (het zoeken en terugbrengen van geschoten (water)wild), maar ook voor het bewaken van kuddes en woningen, en zelfs als trekhond voor de hondenkar. Een echte werkhond voor de mensen van de lagere klassen van de samenleving. In die tijd hadden honden nog puur een gebruiksfunctie, er bestond nog geen registratie van rassen in een stamboek, Men keek puur naar het praktische nut van een hond, en in verschillende streken ontwikkelden zich hondensoorten die functioneel waren voor een bepaalde toepassing in een bepaalde leefgebied. In die tijd (rond de Middeleeuwen) bestond de Barbet onder de naam ‘waterhond’. In die tijd werden overal in Europa waterhonden gehouden, die vooral gebruikt werden om eenden en zwanen op te jagen of (als ze geschoten waren) op te speuren en te apporteren. Zijn rasnaam Barbet kreeg hij pas in de 16e eeuw, naar zijn kenmerken de baardje (‘barbe’) onder zijn kin. Uit die tijd zijn ook verschillende plaatjes bekend van landelijke tafrelen waarop een Barbet voorkomt.
Vanaf de 18e eeuw werden hondenrassen steeds meer aan ‘modes’ onderhevig. Vooral in de betere kringen hielden mensen zich bezig met het kruisen en fokken van honden. Er onstonden steeds meer nieuwe hondenrassen door oudere hondenrassen met elkaar te kruisen. De Barbet heeft in deze ontwikkeling zijn sporen zeker verdiend. De Franse natuuronderzoeker Buffon beschrijft hoe een fokker in 1779 voor het eerst een Barbet gebruikt voor kunstmatige inseminatie.
Hondenrassen die (deels) van de Barbet zouden afstammen zijn oa de Espaignol (een snelle Spaanse jachthond die op zijn beurt weer voorouder is van de spaniels) en de Newfoundlander (Barbets werden vaak op schepen gehouden). Ook zijn er links naar de Catalaanse herdershond, de Pyreneese herdershond, de Briard en de Griffon. De bekendste afstammeling van de Barbet is de Poedel, die voortgekomen is uit het kruisen van Barbets met (vooral) spaniels. De populariteit van de poedel, maar ook de teruglopende waterjacht, leidde tot de terugloop van het aantal Barbets: het kroeshaar van de poedel paste beter bij de smaak van die tijd (19e eeuw) dan de grovere wollige slag van de Barbet. Rond het begin van de 20e eeuw was de Barbet bijna uitgestorven: je vond hem alleen nog bij stropers en op boeren erven. In de zeventiger jaren zijn fokkers in Frankrijk gestart met het herstellen van het ras. Om de genetische basis te versterken werden Barbets gekruist met waterhonden zonder stamboom, Spaanse Waterhonden, Portugese Waterhonden, Ierse Waterspaniels, en ook werd wat poedelbloed in teruggefokt. Het gevolg was wel dat het ras diverser werd en er discussie ontstond over het ‘juiste’ uiterlijk van de “authentieke Barbet”. De gevolgen van dat inkruisen zijn tot op heden nog zichtbaar: er zijn nog steeds wat verschillen in grootte, bouw en vacht tussen Barbets. Om de homogeniteit in het ‘rasbeeld’ weer terug te brengen is er binnen de Barbet-gemeenschap daarom een strikt selectiebeleid: alleen Barbets die aan strenge eisen (qua uiterlijk en gezondheid) voldoen mogen gebruikt worden om met stamboompapieren mee door te fokken.
Buiten Frankrijk is het ras Barbet nog maar sinds kort bekend geraakt. In 2005 is de eerste Barbet in Nederland geïntroduceerd en geniet de Barbet een langzaam groeiende populariteit. En hoewel het beleid van de Nederlandse Barbet Vereniging is om de Barbet onder de aandacht te brengen en de aantallen te vergroten: met een Barbet hoort u bij de ‘happy few’.
Via de poedel is de Barbet ook de voorvader van het leeuwendeel van de huidige populaire honden in Nederland: de labradoodles, Goldendoodles, Australian doodles en alle andere poedelkruisingen (die overigens allemaal niet FCI erkend zijn als een officieel hondenras).
Dus weet, als uw Barbet eens foutief wordt aangezien voor een doodle: daar naast u loopt ‘The Original’!!
Extra informatie
Leesvoer en bronvermelding: